Voeg toe
Zoek
Lijst woorden
Quiz
Download PDF
Download Word
Registreer
Login
Alles
10 rasskazov, nn. zhukova
Allerlei
Anna
Asiel
Dorogo v Rossiyu 3, Urok 1
Passport To Russia, Hoofdstuk 1
Passport To Russia, Hoofdstuk 2
Passport To Russia, Hoofdstuk 3
Passport To Russia, Hoofdstuk 4
Passport To Russia, Hoofdstuk 5
Passport To Russia, Hoofdstuk 6
Passport To Russia, Hoofdstuk 7
Passport To Russia, Hoofdstuk 8
Passport To Russia, Hoofdstuk 9
Passport To Russia, Hoofdstuk 10
Passport To Russia, Hoofdstuk 11
Passport To Russia, Hoofdstuk 12
Passport To Russia, Hoofdstuk 13
Passport To Russia, Hoofdstuk 14
Passport To Russia, Hoofdstuk 15
Passport To Russia, Hoofdstuk 16
Passport To Russia, Hoofdstuk 17
Passport To Russia, Hoofdstuk 18
Passport To Russia, Hoofdstuk 19
Passport To Russia, Hoofdstuk 20
Passport To Russia, Hoofdstuk 21
Passport To Russia, Hoofdstuk 22
Passport To Russia, Hoofdstuk 23
Passport To Russia, Hoofdstuk 24
Posobie Po Russkomu Yaziku
Posobie Po Russkomu Yaziku, J8S2
Russian Progress
Tolken
Woorden uit de les, Jaar 1, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 1, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 2, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 2, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 3, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 3, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 4, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 4, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 5, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 5, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 6, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 6, semester 2
Woorden uit de les, Jaar 7, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 8, semester 1
Woorden uit de les, Jaar 8, semester 2
hulp (v)
п
о
мощь
gaan liggen (impf)
лож
и
ться (лож
у
сь, лож
и
шься / geb.w.: лож
и
сь, лож
и
тесь)
gaan slapen
лож
и
ться спать
spreekkamer
кабин
е
т
pijn doen (impf)
бол
е
ть (бол
и
т, бол
я
т)
innemen (impf)
приним
а
ть (приним
а
ю, приним
а
ешь)
opstaan (impf)
встав
а
ть (вста
ю
, встаёшь)
zwaar
тяжёлый, тяжёлая, тяжёлое
pijn gaan doen (pf)
забол
е
ть (забол
и
т, забол
я
т)
ziekte (v)
бол
е
знь
waar heb je/u pijn?
что у теб
я
/вас бол
и
т?
wat scheelt er met u?
что с тоб
о
й/в
а
ми?
wat heb je/heeft u?
чем ты больн
а
/б
о
лен/вы больн
ы
?
ben je/bent u ziek? welke ziekte hebt u?
ты бол
е
ешь/вы бол
е
ете?
mijn ... doet/doen pijn / ik heb ... pijn
у мен
я
бол
и
т / бол
я
т
ik heb pijn
мне б
о
льно
het doet pijn
(
э
то) б
о
льно
ik voel me slecht/niet goed
мне пл
о
хо/нехорош
о
ik voel me slecht
я пл
о
хо себ
я
ч
у
вствую
ik ben ziek
я б
о
лен/б
о
льна + 5e nv (bv. гриппом)
ik ben ziek geworden
я забол
е
л(а)
beterschap! (ook voor iemand die nog nt. echt ziek is)
не бол
е
й(те)
beterschap!
выздор
а
вливай(те)
er gaan geruchten
х
о
дят сл
у
хи
omgekeerd
наобор
о
т
Previous
|
Next
4347 woorden gevonden